Alles wat je wilt weten over een Labrador Retriever

De labrador; wie kent hem niet? Deze lekkere lompe lobbes is gek op zwemmen en doet álles voor eten.

Geschiedenis

Tegenwoordig kom je ze overal tegen, maar de labrador retriever komt oorspronkelijk uit Newfoundland, Canada. In het begin van 1800 fokten vissers een kleinere “Newfoundlander”, om vissersnetten terug te brengen. Omdat de naam “Newfoundlander” al gebruikt was, hebben ze de hond vernoemd naar de zee waar ze in werkten: “de Labradorzee”.

Uiterlijk

De meesten kennen ze van de Page-reclame. Met hun schattige flapoortjes en smekende ogen zien labradors eruit om verliefd op te worden. Ze komen in drie verschillende kleuren voor: zwart, blond (geel) en bruin (lever/chocoladekleurig). Het zijn stevige, sportief gebouwde honden. Je moet er wel een beetje op letten dat die van jou niet te dik wordt, ze hebben er namelijk aanleg voor!

Het uiterlijk van de labrador retriever laat blijken dat het één van de beste zwemmers onder de honden is: ze hebben zwemvliezen tussen hun tenen en een dikke staart die als een propeller rondjes draait tijdens het zwemmen. Bovendien hebben ze een dubbele ondervacht die ervoor zorgt dat ze warm blijven na een plons in ijskoud water. De bovenste laag van de vacht gaat -indien nat- in dakpannetjes over elkaar staan, waardoor de druppels er soepel afglijden.

Karakter

Labradors zijn stabiele honden die niet snel van slag raken. Hierdoor zijn het uitstekende hulphonden en gaan ze goed samen met kinderen. In huis zijn de meeste labs liever lui dan moe, terwijl ze buiten kunnen barsten van de energie. Ze houden enorm van eten en willen hard werken voor hun baasje, waardoor het trainen van deze retrievers vrij eenvoudig is. Puppy’s zijn zelfverzekerd en behoorlijk bijterig. Volwassen zijn labradors bijzonder vriendelijk en totaal niet eenkennig.

Verzorging

Qua verzorging hebben labradors niet veel nodig. Ze verharen flink in de lente en de herfst, maar tussentijds valt het wel mee. Een enkele keer flink borstelen per week is voldoende. Labradors worden gemiddeld tussen de 10-14 jaar oud. Het kan zijn dat ze op eerdere leeftijd al gezondheidsproblemen krijgen. De meest voorkomende ziektes bij dit ras zijn: HD, ED, Cataract, PRA en grauwe staar.

De ideale baas

Als eigenaar van een labrador is het handig als je niet alleen een hondenmens, maar ook een mensenmens bent. Deze populaire kwispelaar stormt namelijk op iedereen af die aandacht of eten kan bieden! Een labrador is uitermate geschikt als gezinshond, maar ook voor alleenstaanden is het een trouwe vriend. Als baas moet je wel een beetje sportief zijn; labs hebben ruimte nodig om te rennen. Labradors houden van de kou, maar kunnen zich in elke omgeving makkelijk aanpassen. Als je smetvrees hebt kun je beter geen labrador retriever nemen: de meesten liggen languit in ieder modderpoeltje dat ze zien. Baasjes die een bewaker zoeken voor hun huis kunnen ook beter een andere hond kiezen; een waakhond is het zeker niet. 

De geschikte Dottle

Volwassen labradors wegen tussen de 25 en 30 kilogram. Dit houdt in dat ze gemiddeld tussen de 1 en 2 liter water per dag drinken. Dit maakt de grote Dottle het meest geschikt voor de labrador retriever.